Het Koninklijk Roermonds Mannenkoor stond/staat onder leiding van de onderstaande dirigenten:
Frans Luijten-de Bij (1880-1886) Bij was mede-oprichter van het Mannenkoor en voor zover wij weten had hij geen muzikale opleiding gehad. Hij was boekhouder op het stadhuis en in zijn vrije tijd schilderde en musiceerde hij. |
Henri Tijssen (1886-1922) Componist van het Limburgs volkslied. Hij leidde een half mensenleven lang het Mannenkoor en maakte er een van de betere koren van Nederland van. |
Kees de Rooij (1922-1939) Na vele koren geleid te hebben, waaronder o.a. het Martelarenkoor uit Gorcum, Zangvereniging Venlona, werd hij eerst waarnemend dirigent toen Henri Tijssen in 1921 met zijn gezondheid begon te kwakkelen. Een jaar later volgde hij hem op |
Willy Ploem (1939-1942) Deze slaagde er niet in om met het koor nieuwe successen te behalen, en er zijn aanwijzigen dat hij tegengewerkt werd. Hierdoor hield hij het als dirigent niet lang vol. |
Peter Schnitzeler (1942-1964) Begin januari 1942 werd hij officieel benoemd. Een paar maanden later echter ging het koor ondergronds. Ook Peter zelf zat een deel van de oorlog in het verzet, vanuit zijn toenmalige woonplaats Neer. Hij hoorde bij de verzetsgroep Peter Zuid. Hiervoor kreeg hij een Canadese en een Franse onderscheiding. Naast naast het KRM dirigeerde hij het kathedrale koor, het Toonkunst Oratoriumkoor Roermond en diverse andere koren buiten Roermond. |
Jan Hupperts (1964-1990) Hij was ruim een kwarteeuw dirigent en was altijd enthousiast. Op de laatste dag van oktober 1986 had hij zijn duizendste repetitie en hij had er daarvan slechts één moeten missen. Dat wijst op gedrevenheid. Hij stelde mede daarom bekoorlijke eisen aan het koor. Gezelligheid, een beetje Bourgondisch doen: prima, maar er moest ook gewerkt worden! Onder zijn leiding werd ook de Schinderhannes bewerkt tot een volwaardige avondvullende opera-bouffe. |
Emanuel Pleijers (1990-1991) Op 15 jarige leeftijd bespeelde hij al het orgel in zijn parochie en had dus al een muzikaal verleden. Door verschillende omstandigheden hielden hij en het koor het samen niet lang vol. |
Jan Sevriens (1991-1992) Hij was leider van nogal wat kerkkoren. Zijn vader was koster/organist in Echt en bij zijn benoeming zei hij dan ook "Ik ben met de kerk getrouwd." Missen, orgel, gregoriaans en een koor met een operettetraditie bleek echter geen ideale combinatie te zijn. Na een half jaar liep zijn dirigentschap dan ook ten einde. |
Hans Leenders (1992-1993) Na een enthousiaste start, gaf Hans Leenders de dirigeerstok na drie maanden al terug, omdat hij zich danig kon verbeteren: hij werd directeur van het Kamerkoor van Aken, het befaamde Madrigalchor, dat hij nog steeds leidt. |
Jo Huijts (1993-1994) Jo Huijts kwam - vol ambitie en wil, maar ja: van een paar koren kun je niet leven. De dikste boterham kwam uit Maastricht. Hij was vaste pianist (plus klokkenspel) van het Salonorkest van André Rieu, dat overging in het wereldberoemde Strauss Orkest. Dus weer was het koor zonder dirigent. |
Wim Schepers (1995-2008) Na zorgvuldig wikken en wegen werd Wim Schepers uit Landgraaf als dirigent van het KRM benoemd. Onder zijn leiding werd het Mannenkoor gedisciplineerder dan ooit bij optredens. Het muzikale niveau groeide en er werd ruim aandacht besteed aan andere stijlen en dramatische effecten. |
Hennie Ramaekers (2008-2015)
|
John Gerits (2015 - Heden) |